Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [1]te dien dage zullen [2]zeven vrouwen een man [3]aangrijpen, zeggende: [4]Ons brood zullen wij eten, en met onze klederen zullen wij bekleed zijn, [5]laat ons alleenlijk naar uw naam genoemd worden, [6]neem [7]onze smaadheid weg. 1. Te weten, na de bovenverhaalde ellenden, waarvan onder anderen een merkelijk exempel is 2 Kron.28:6,8; anderen voegen vs.1 tot hfdst.3:. 2. Dat is, velen. Hieruit is af te nemen dat er weinig mannen zouden overblijven; zie hfdst.3 vs.25. 3. Dat is, ten huwelijk verzoeken. 4. De zin is, in plaats dat de mannen voor hunne vrouwen plegen den kost te winnen, zo willen wij voor onszelven kost en klederen verdienen, gij zult voor ons niet behoeven te zorgen. 5. Hebreeuws, laat uwen naam over ons uitgeroepen worden; gelijk Gen.48:16. De zin is: Laat ons slechts den naam hebben dat wij uwe vrouwen zijn. 6. Hebreeuws, raap, of verzamel onze smaadheid. Zie Ps.26:9. 7. Te weten die smaadheid, dat wij zouden leven en sterven zonder ooit kinderen gebaard te hebben; zie Gen.30:23, en Luk.1:25.